Een oorlogsjournalist die jarenlang dictators en milities volgde, richt zijn lens op eigen land: een gids om de sluipende uitholling van democratische mores in Vlaanderen en België te herkennen en te weerstaan. Op 26 mei 2019 werden miljoenen kiezers wakker in een land dat bruusk verschoven was; coalities barstten, nieuwe meerderheden tekenden zich af, en in Antwerpen bleef een burgemeester met grote invloed, Bart De Wever, het ritme bepalen. Tegen peilingen en voorspellingen in, hield een strategie van taalspel, tweets en tussendeuren stand: confederalisme als horizon, veiligheid als mantra, verantwoordelijkheid als uitvlucht. Vranckx, gehard door reportages van Grozny tot Mosul en van Maidan tot Molenbeek, ontleedt persconferenties in het stadhuis aan de Grote Markt, speeches in Deurne, onderhandelingen aan de Wetstraat, en de stille werking van kabinetten, decreten en denkbeelden die zich presenteren als gezond verstand.
Met De uitvluchten van De Wever biedt Vranckx geen pamflet maar veldnotities en lessen in alert burgerschap: hoe je spindoktertaal fileert, hoe je instituties beschermt, hoe je de normalisering van uitsluiting ziet voordat ze wet wordt. Hij laat vakbondsmensen in Luik, wijkagenten in Borgerhout, ondernemers in Roeselare, en juristen aan de VUB aan het woord; hij vergelijkt de noodtoestand van 2020 met eerdere crisissen en volgt de route van een idee van partijmeeting tot Staatsblad. Zoals hij schrijft: "Democratie is geen decor, maar een dagelijkse oefening; wie wegkijkt, staat mee op het podium." De uitvluchten worden namen, plaatsen en data; de weerstand krijgt vormen, van buurtvergadering tot rechtbank, met concrete handvatten voor de onzekere jaren die komen.